Hervormde Dorpskerk te Nunspeet

Nadat de oude Dorpskerk van Nunspeet in 1855 verbrandde, is in 1858 de nieuwe Dorpskerk in gebruik genomen. Pas in 1872 werd de kerk van een nieuw orgel voorzien. Dit instrument werd gebouwd door de Leeuwarder orgelbouwer L. van Dam en zonen. Het instrument werd uitgerust met twee manualen en een aangehangen pedaal. Het front is specifiek herkenbaar als een front van Van Dam, hoewel de firma vele verschillende frontontwerpen gebruikte voor de ruim 130 orgels die door hen gebouwd werden, en daarop ook weer allerlei variaties toepaste. Karakteristiek zijn de smalle pijpenveldjes naast de middentoren die met de middentoren onder 1 kap zijn samengebracht. Doordat de middentoren hoger is aangebracht dan de zijtorens en er een pijpenveldje onder de middentoren is aangebracht, wekt het front de indruk dat er een onderpositief aanwezig is. Dat is echter niet zo; het orgel is met een hoofdwerk en bovenwerk gebouwd. Het hoofdwerk staat op een chromatische lade onderin de kas, het bovenwerk daarboven. Onder de hoofdwerklade was in de oorspronkelijke aanleg een magazijnbalg gesitueerd. In het onderfront bevinden zich pijpen van de Prestant 8' en Violon 16' discant van het hoofdwerk, in de middentoren en naastgelegen zijvelden zijn pijpen van de Salicionaal van het bovenwerk geplaatst. De ornamentiek is zeer uitbundig en verraadt het hoge peil waarop de Friese houtsnijkunst in die tijd stond. In de zijstukken bepaalt een grote hoorn des overvloeds de vorm, een leuk detail is het vergulde vogeltje in ieder zijstuk. Een dubbelganger van het orgel in de Dorpskerk bevindt zich in de voormalige Hervormde Kerk te Wergea (Friesland), thans cultureel centrum 'De Bidler', waarbij opvalt dat de ornamentiek daar weer geheel anders is uitgevoerd.

De oorspronkelijke dispositie luidde als volgt:


Hoofdwerk (I):

Violon disc.
Prestant
Bourdon
Holpijp
Octaaf
Quintprestant
Octaaf
Cornet disc.
Roerfluit
Trompet bas/disc.



16'
8'
16'
8'
4'
3'
2'
III
4'
8'

Bovenwerk (II):

Salicionaal
Viool de Gambe
Roerfluit
Salicet
Fluit Travers
Gemshoorn
Klarinet
Tremulant



8'
8'
8'
4'
4'
2'
8'

Pedaal:

Aangehangen

Speelhulpen:

Klavierkoppel
Afsluiter Hoofdwerk
Afsluiter Bovenwerk
Ventiel





Samenstelling Cornet:
c': 2 2/3 - 2 - 1 3/5

Manuaalomvang: C-g'''
Pedaalomvang: C-d'

In 1918 is het orgel onder handen genomen door P. van Dam uit Leeuwarden (voortzetter van de firma van Dam). De aard van de werkzaamheden is niet bekend, vermoedelijk werd toen de Klarinet vervangen door een Celeste.
In 1960 werd de kerk vergroot door de zijvleugel te verlengen, in tussentijd werd het orgel door de firma Leeflang te Apeldoorn gedemonteerd. Na de vergroting van de kerk werd het orgel op een nieuwe galerij in de zijvleugel teruggeplaatst. Het orgel bleek al spoedig te klein voor de vergrote kerkruimte, reden om de pas opgerichte firma Hendriksen en Reitsma uit Nunspeet opdracht te geven het orgel aan te passen. In 1967 plaatste deze firma een vrij pedaal in de hoofdkas, rechts van het hoofdwerk, dat daartoe naar links werd opgeschoven. De tractuur werd nieuw aangelegd, de magazijnbalg werd vervangen door verende ladebodems onder iedere lade, rechtstreeks gevoed vanuit de windmotor. Aan het hoofdwerk werd een Mixtuur toegevoegd. De Bourdon 16' van het hoofdwerk werd gebruikt voor een Subbas op het pedaal, de overige pijpen werden verwijderd. Ook de Violon 16' disc. van het hoofdwerk werd verwijderd, waarbij de frontpijpen van dit register buiten gebruik werden gesteld, deze zijn nog wel aanwezig. De Cornet kreeg een kleine uitbreiding in het klein octaaf vanaf f. Op het bovenwerk verdween de Celeste voor een Dulciaan. Aangezien de Dulciaan minder ruimte innam dan de oude Klarinet, kwam er ruimte vrij waarop een Cymbel werd geplaatst. Ook werd de speeltafel aangepast, waarbij men wel grotendeels in de stijl van Van Dam is gebleven.
In 1990 zijn de pijpen schoongemaakt, zijn de labia van de frontpijpen met bladgoud belegd (was eerst goudverf) en is de klaviatuur donkerder gelakt. De dispositie van het instrument was vanaf 1967 tot 2019 als volgt:

Hoofdwerk (I):

Prestant
Holpijp
Octaaf
Quintprestant
Octaaf
Cornet va. f
Roerfluit
Mixtuur
Trompet



8'
8'
4'
3'
2'
III
4'
IV-VI
8'

Bovenwerk (II):

Salicionaal
Viool di Gamba
Roerfluit
Salicet
Fluit Travers
Gemshoorn
Cymbel
Dulciaan
Tremulant



8'
8'
8'
4'
4'
2'
II-III
8'

Pedaal:

Subbas
Prestant
Octaaf
Fagot
Schalmei

Speelhulpen:

Klavierkoppel
Pedaalkoppel I
Pedaalkoppel II



16'
8'
4'
16'
4'




Lees over het orgel na de restauratie onder de foto's.


Speeltafel orgel Dorpskerk Nunspeet


Detail rechter zijstuk, met hoorn des overvloeds en het vogeltje



In 2019 en 2020 heeft het instrument een grondige restauratie ondergaan. De kerk heeft de opdracht voor de werkzaamheden verleend aan de firma Van den Heuvel te Dordrecht. De windvoorziening is opnieuw aangelegd, waarbij een nieuwe magazijnbalg is geplaatst in de onderkas, onder de hoofdwerklade. Vanuit deze magazijnbalg worden de beide balgen van Hoofdwerk en Bovenwerk gevoed. Het Pedaal heeft een eigen balg gekregen die door een eigen windmotor wordt gevoed. Het orgel heeft dus twee windmotoren. Op het bovenwerk is een nieuwe tremulant geplaatst. De pulpeten zijn vernieuwd en stemschade wordt verholpen. Een aanzienlijk aantal pijpen bleek corrosieschade in de voeten te hebben, aangetaste delen zijn uit de pijpen verwijderd waarbij nieuwe wanddelen zij ingesoldeerd. Aangezien de originele klank van het orgel in de loop van de geschiedenis behoorlijk is aangetast, is er niet alleen noodzakelijk onderhoud uitgevoerd, maar is ook de klankgeving weer hersteld naar de oorspronkelijke situatie, met behoud van een Mixtuur op het Hoofdwerk en plaatsing van een Quintfluit 3' op het Bovenwerk, en handhaving van het vrije pedaal met een aangepaste bezetting.

De twee verdwenen 16-voetsregisters van het Hoofdwerk zijn opnieuw aangebracht, waarbij de Violonpijpen die nog in het front staan, opnieuw werden aangesloten. De Mixtuur is in samenstelling aangepast. Voor de Trompet op het Hoofdwerk zijn andere koppen, stevels, kelen en tongen gekomen, aangezien de oude in 1967 door plaatsing van smallere kelen en tongen onvoldoende draagkracht voortbrengen; de bekers zijn daarbij intact gebleven. Ook is de bas/discantdeling van de Trompet opnieuw aangebracht. De kleine uitbreiding van de Cornet in 1967 is ongedaan gemaakt, waarmee de Cornet in samenstelling teruggebracht is in originele staat.

Op het bovenwerk is de Cymbel vervangen door een Quintfluit 3' en de Dulciaan door een Klarinet 8'.

Op het pedaal hebben de Fagot 16' en Schalmei 4' plaats gemaakt voor een Bazuin 16'. Daarnaast is een Prestant 16' aan de pedaaldispositie toegevoegd. Deze twee pedaalregisters hebben een plaats gevonden in een aparte kas achter het orgel, tezamen met de Prestant 8' van het Pedaal. Aangezien de Subbas als Bourdon teruggekeerd is naar het Hoofdwerk, is er gedeeltelijk een nieuwe Subbas geplaatst op de pedaallade in de hoofdkas, vanwege ruimtegebrek zijn het groot octaaf van Subbas en Bourdon met elkaar gecombineerd. Ook is op deze lade een Gedekt 8' gemaakt, welke met de Subbas is gecombineerd.

Voor herstel van de Bourdon 16', Violon 16', Mixtuur, Trompet 8' hoofdwerk en aanbrengen van de Quintfluit 3' is van Dampijpwerk gebruikt waarop de orgelcommissie in het verleden de hand heeft weten te leggen. Dit pijpwerk is van de vierde generatie Van Dam en komt mogelijk uit het voormalige orgel van de Schranskerk te Leeuwarden (1910). Tenslotte is de winddruk opnieuw bepaald en de intonatie van de toegevoegde registers aangepast, dit zonder materieel ingrijpen in het pijpwerk van Van Dam. Voor gedetailleerde informatie, kunt u het Eindverslag van de restauratie lezen.


De dispositie na de restauratie luidt nu als volgt:


Hoofdwerk (I):

Violon disc.
Bourdon
Prestant
Holpijp
Octaaf
Quintprestant
Octaaf
Cornet disc.
Roerfluit
Mixtuur
Trompet bas/disc.



16'
16'
8'
8'
4'
3'
2'
III
4'
III-V
8'



ac
ac
a
a
a
a
a
a
a
bcd
ac

Bovenwerk (II):

Salicionaal
Viool di Gamba
Roerfluit
Salicet
Fluit Travers
Quintfluit
Gemshoorn
Klarinet



8'
8'
8'
4'
4'
3'
2'
8'



a
a
a
a
a
c
a
d

Pedaal:

Prestant
Subbas
Octaaf
Gedekt
Octaaf
Bazuin

Speelhulpen:

Klavierkoppel
Pedaalkoppel I
Pedaalkoppel II
Tremulant Bovenwerk



16'
16'
8'
8'
4'
16'



d
ad
b
d
b
d

Samenstelling Mixtuur:

C: 2 - 1 1/3 - 1
c: 2 2/3 - 2 - 1 1/3 - 1
c': 4 - 2 2/3 - 2 - 1 1/3
c'': 8 - 4 - 2 2/3 - 2 - 1 1/3
fis'': 8 - 5 1/3 - 4 - 2 2/3 - 2

Samenstelling Cornet:

c': 2 2/3 - 2 - 1 3/5

Herkomst registers:

a: origineel, 1872
b: Hendriksen en Reitsma 1967
c: Van Dam uit voorraad orgelcommissie (vermoedelijk 1910)
d: Nieuw



Technische gegevens:

Manuaalomvang:
Pedaalomvang:
Toonhoogte:
Winddruk alle werken:



C-g'''
C-f'
a'=440 Hz
71 mm wk

Front orgel Dorpskerk Nunspeet van onderaf gezien.

 Hoofdwerklade orgel Dorpskerk Nunspeet.